Op Prinsjesdag is het pakket Belastingplan 2018 aangeboden aan de Tweede Kamer. Het pakket Belastingplan 2018 bestaat uit een aantal wetsvoorstellen:

  • Het Belastingplan;
  • De Wet Overige fiscale maatregelen;
  • De Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling;
  • De Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling.

Hieronder vindt u per belastingmiddel de belangrijkste voorstellen.

Inkomstenbelasting
Schijven, tarieven en heffingskortingen box 1: Inkomen uit werk en woning
De inkomensgrenzen in de 1e en 2e schijf gaan licht omhoog. De bovengrens van de 3e belastingschijf stijgt van € 67.072 naar € 68.507. Het gecombineerde tarief (IB en PH) in de 1e schijf blijft gelijk. In de 2e en 3e schijf stijgt het tarief licht met 0,05%. Het tarief in de 4e schijf gaat omlaag van 52% naar 51,95%.

Algemene heffingskorting
De algemene heffingskorting stijgt van € 2.254 naar (maximaal) € 2.265. De algemene heffingskorting wordt afgebouwd tot nihil met 4,683% van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat meer bedraagt dan € 20.142.

Arbeidskorting
De maximale arbeidskorting stijgt van € 3.223 naar € 3.249. Het opbouwpercentage daalt van 28,317% naar 28,067%. Het afbouwpercentage blijft 3,6%.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting
De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting gaat van € 2.778 naar € 2.801.

Overige heffingskortingen
Het maximale bedrag aan ouderenkorting voor lagere inkomens gaat van € 1.292 naar
€ 1.418. Voor hogere inkomens van € 71 naar € 72. Het bedrag van de alleenstaande-ouderenkorting gaat omlaag van € 438 naar € 423. De jonggehandicaptenkorting gaat van € 722 naar € 728.

Inkeerregeling
De inkeerregeling in de fiscaliteit en toeslagen wordt met ingang van 1 januari 2018 afgeschaft. Dan geldt geen beperkte termijn meer waarbinnen volledige boetematiging plaatsvindt. Dat betekent een strengere aanpak en minder coulance voor de overtreder. Wel blijft inkeer een strafverminderende omstandigheid.

Kind en pleegzorgvergoeding
Dit voorstel beoogt dat een verzorgende ouder op verzoek kan voorkomen, dat een kind wordt aangemerkt als partner voor de inkomstenbelasting en toeslagen. Bijvoorbeeld als hij voor dat kind een pleegzorgvergoeding ontvangt, waardoor dat kind niet is aan te merken als een pleegkind. Ook is er een voorstel om de geldigheidsduur voor de vrijstelling van pleegzorgvergoedingen te verlengen tot 1 januari 2019. In afwachting van een evaluatie wordt die vrijstelling mogelijk structureel.

Verlenging geldigheidsduur multiplier giftenaftrek

Sinds 1 januari 2012 geldt een verhoogde giftenaftrek in zowel de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting voor giften aan culturele instellingen (multiplier giftenaftrek). Die multiplier zou met ingang van 1 januari 2018 vervallen. Het voorstel is de regeling met één jaar te verlengen. Het volgend kabinet moet in 2018 besluiten of de multiplier wordt gecontinueerd.

Loonheffingen
Afschaffen fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap
Voorstel is de fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap af te schaffen. Er is sprake van een ongelijke behandeling van deze bestuurders en commissarissen. Voor commissarissen is de fictieve dienstbetrekking al afgeschaft terwijl zij beiden een vergelijkbare, toezichthoudende rol vervullen binnen een vennootschap.

Uitbreiding alleenstaande-ouderenkorting in de loonheffing
Dit voorstel regelt dat de Sociale Verzekeringsbank de alleenstaande ouderenkorting ook mag toepassen op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen. Dit een inkomensvoorziening voor AOW-gerechtigden die minder dan het minimuminkomen ontvangen.

Pseudo-eindheffing over excessieve vertrekvergoedingen 
Dit voorstel voorkomt dat de pseudo-eindheffing over excessieve vertrekvergoedingen kan worden beperkt of voorkomen door constructies met voorwaardelijke aandelenoptierechten.

Vennootschapsbelasting
Dubbele zakelijkheidstoets bij uiteindelijke derdenfinanciering
Naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad stelt het kabinet voor om de wettekst aan te scherpen over de renteaftrekbeperking om winstdrainage tegen te gaan. Het gaat om de situatie dat een belastingplichtige aannemelijk heeft gemaakt, dat een schuld die rechtens is aangegaan met een verbonden lichaam in feite (indirect) is verschuldigd aan een derde. Ook moet die belastingplichtige dan aannemelijk maken dat aan de rechtshandeling waarvoor de schuld is aangegaan, in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen. Zonder wetswijziging komt een structurele derving voor de schatkist in beeld.

Voorkoming dubbele verliesneming
Het kabinet stelt voor de reikwijdte van het artikel dat dubbele verliesneming bij vorderingen via top- of tussenmaatschappijen (buiten de fiscale eenheid) voorkomt, uit te breiden. Het doel is om dubbele verliesneming bij afwaardering van een vordering onmogelijk te maken. Een soortgelijke regeling ter voorkoming van dubbele verliesneming wordt met betrekking tot de liquidatieverliesregeling voorgesteld.

Dividendbelasting
Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling
Dit voorstel bevat maatregelen die zowel een aanscherping als een versoepeling in de dividendbelasting inhouden. De groep belastingplichtigen wordt uitgebreid met gerechtigden tot de opbrengst uit hoofde van kwalificerende lidmaatschapsrechten in houdstercoöperaties in Nederland. Verder is het voorstel de inhoudingsvrijstelling uit te breiden richting derde landen waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten dat voorziet in een dividendbepaling. Dit gaat gepaard met een wijziging en tegelijkertijd aanscherping van de huidige nationale antimisbruikbepalingen in de dividend- en vennootschapsbelasting.

Omzetbelasting
Aanscherping definitie geneesmiddelen
Het kabinet stelt voor om de voorwaarden voor toepassing van het verlaagde btw-tarief voor geneesmiddelen aan te scherpen door opname van de extra voorwaarde van een handelsvergunning, zoals bedoeld in de Geneesmiddelenwet. Met deze aanscherping beoogt het kabinet de definitie van geneesmiddel voor de btw weer in overeenstemming te brengen met het doel van het verlaagde btw-tarief en de maatschappelijke opvatting over hetgeen een geneesmiddel is. De maatregel repareert daarnaast de budgettaire derving die is ontstaan door het arrest van de Hoge Raad over zonnebrandmiddelen en tandpasta.

Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling
Dit wetsvoorstel heeft tot doel om de btw-landbouwregeling met ingang van 1 januari 2018 af te schaffen. Op grond van deze regeling blijven landbouwers buiten de btw en hoeven zij geen btw-administratie bij te houden. De landbouwer is geen btw verschuldigd, maar kan ook geen btw terugvragen. Vanaf 1 januari 2018 moeten landbouwers, net als andere ondernemers, over hun prestaties btw voldoen en kunnen zij btw terugvragen die hen in rekening is gebracht.

Schenk- en erfbelasting
Verdeling huwelijksvermogensgemeenschap
Het kabinet acht het wenselijk om duidelijker in de wetgeving vast te leggen in welke gevallen huwelijkse voorwaarden leiden tot het verschuldigd zijn van schenk- of erfbelasting.  Hiermee wordt de praktijk de nodige zekerheid geboden en biedt dit de mogelijkheid om taxplanning in te perken. In dit wetsvoorstel is daartoe een voorstel opgenomen.

Navordering van schenk- en erfbelasting
Het kabinet stelt voor in de Successiewet te regelen dat navordering ook is toegestaan als in verband met een vermindering van een belastingaanslag een navorderingsaanslag aan dezelfde verkrijger moet worden opgelegd. Bijvoorbeeld als in verband met een vermindering van een “gewone” aanslag een conserverende navorderingsaanslag voor de bedrijfsopvolgingsregeling moet worden opgelegd.

Aanslagtermijnen voor de schenkbelasting
Voorstel is om expliciet in de wettekst op te nemen dat de aanslagtermijnen voor de schenkbelasting voortaan na de dag van het doen van aangifte ingaan, wanneer meer dan vier maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden, aangifte van die schenking wordt gedaan.

Registratiewet
Dit wetsvoorstel bevat enkele wijzigingen van de Registratiewet die samenhangen met de lopende digitalisering van de processen rond de registratie van notariële akten. De voorgestelde wijzigingen maken het mogelijk testamenten die al naar de algemene bewaarplaats voor notariële akten zijn overgebracht en annexen bij notariële akten elektronisch aan te leveren.

Kansspelbelasting
Voorstel is het tarief van 29% tijdelijk te verhogen naar 30,1%. Het tarief zal vermoedelijk vanaf 1 januari 2019 weer 29% bedragen als de ‘Wet inzake kansspelen op afstand’ in werking is getreden. Ook is een voorstel in de wet op te nemen, dat een inhoudingsplichtige per maand of per kwartaal aangifte kan doen.

BPM
Naar aanleiding van jurisprudentie van de Hoge Raad stelt het kabinet voor in de ‘Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen’ te regelen dat in bepaalde situaties in plaats van de forfaitaire afschrijvingstabel mag worden uitgegaan van de werkelijke waardevermindering. Ook is het voorstel dat de catalogusprijs van een (bijzondere) personenauto, bestelauto of motorrijwiel (motorrijtuig) publiekelijk kenbaar gemaakt moet worden.

Accijnzen
Het kabinet stelt voor de bevoegdheid van de inspecteur voor het uitvoeren van onderzoek uit te breiden tot alle gebouwen, uitgezonderd woningen, en alle grond waartoe op basis van de Algemene wet inzake rijksbelastingen toegang moet worden verleend. Hierdoor kan de inspecteur ook onderzoek doen in bijvoorbeeld een opslagloods, die geen accijnsgoederenplaats is of geen plaats is die is onderworpen aan beperkende bepalingen.

Inning
Aansprakelijkheidsbepaling pand- en hypotheekhouders en executanten
Het kabinet stelt voor om een nieuwe aansprakelijkheidsbepaling voor pand- en hypotheekhouders en executanten te introduceren. Het voorstel biedt de mogelijkheid om de inning van omzetbelasting veilig te stellen die verschuldigd is bij leveringen aan niet-ondernemers van een verpande of verhypothekeerde zaak of van een zaak waarop beslag is gelegd.

Vereenvoudiging derdenbeslag
Met dit voorstel wordt het mogelijk ook op andere geldvorderingen dan de vorderingen in de huidige regeling zonder tussenkomst van de deurwaarder derdenbeslag te leggen. De Belastingdienst heeft een jaar voorbereidingstijd nodig om de voorgestelde maatregel te implementeren en treedt daarom pas per 1 januari 2019 in werking.

Vervallen schorsende werking fiscaal verzet
Om oneigenlijk gebruik als vertragingsmiddel te bestrijden en onnodig hoge kosten voor de Belastingdienst in de toekomst te voorkomen, stelt het kabinet voor de schorsende werking van het fiscaal verzet met ingang van 2018 te laten vervallen.

Toeslagen
Inkomensstijging na scheiding: 10%-regeling
Als na vertrek van een partner of medebewoner het inkomen van die partner of medebewoner stijgt, kan dat tot gevolg hebben dat bij de achtergebleven partner een draagkrachtverhoging in aanmerking wordt genomen die feitelijk niet is genoten. Dit voorstel beoogt hieraan tegemoet te komen. Een toeslaggerechtigde kan een verzoek doen om in die situatie een inkomensstijging buiten beschouwing te laten. Inkomensstijgingen blijven alleen buiten beschouwing als dat tot gevolg heeft, dat het toetsingsinkomen ten minste 10% lager wordt.

Meer informatie
Meer over alle wetsvoorstellen en de uitvoeringstoetsen leest u in de Prinsjesdagstukken op Rijksoverheid.nl

Meer informatie over onze diensten kunt u vinden op één van de volgende pagina’s: