Op 1 januari 2018 gaat het Jeugd-Lage Inkomensvoordeel (Jeugd-LIV) in. Dit is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die jongeren van 18 tot en met 21 jaar in dienst hebben die het minimumjeugdloon verdienen. Onderstaand is een handreiking opgenomen die uitgebreid in gaat op dit onderwerp.

In de handreiking vind u antwoord op vragen als:

  • Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het Jeugd-LIV?
  • Hoe hoog kan de tegemoetkoming in loonkosten worden?
  • Wanneer ontvangt de werkgever de tegemoetkoming?
  • Hoe ziet de werkwijze eruit?

Voorwaarden
De werkgever heeft recht op het jeugd-LIV voor een werknemer die voldoet aan 3 voorwaarden. De werknemer:

  • is verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
  • heeft een gemiddeld uurloon dat hoort bij het wettelijke minimumjeugdloon voor zijn leeftijd. De precieze bedragen voor de verschillende leeftijden moeten nog worden vastgesteld.
  • is op 31 december 2017 18, 19, 20 of 21 jaar.

Het gemiddeld uurloon is het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van een jaar (kolom 8 van de loonstaat) gedeeld door het aantal verloonde uren in dat jaar.

Let op!

  • De eis van minimaal 1248 verloonde uren geldt niet voor het jeugd-LIV.
  • Werknemers vanaf 22 jaar hebben vanaf 1 juli 2017 recht op het volledige minimumloon. Zij vallen onder het gewone LIV als aan de voorwaarden wordt voldaan.

Hoogte Jeugd-LIV

Wat moet de werkgever doen?
Een werkgever hoeft geen aanvraag in te dienen en geen vinkje te zetten in de loonaangifte. UWV gebruikt de rubriek ‘Verloonde Uren’ in de loonaangifte om het recht op het Jeugd-LIV en de hoogte van het Jeugd-LIV vast te stellen. U moet er daarom op letten dat u deze rubriek correct invult.

Meer informatie over verloonde uren vindt u in:

Wanneer ontvangt de werkgever de tegemoetkoming?
De Belastingdienst betaalt het Jeugd-LIV over 2018 in 2019 uit.

Hoe ziet de werkwijze eruit?

  1. Een werkgever ontvangt vóór 15 maart 2019 een voorlopige berekening van het jeugd-LIV. Die berekening is gebaseerd op de aangiften loonheffingen en correcties over 2018 die tot en met 31 januari 2019 zijn ingediend.
  2. Als de werkgever denkt dat deze voorlopige berekening niet juist is, dan kan hij tot en met 1 mei 2019 correctieberichten indienen. 1 mei 2019 is de peildatum voor de definitieve vaststelling van het LIV.

    Let op! Een correctiebericht over 2018 dat ná 1 mei wordt ingediend heeft geen gevolgen voor het jeugd-LIV, maar uiteraard wel voor de inhouding en afdracht van de loonheffingen.
  3. UWV stelt vast of een werkgever recht heeft op het jeugd-LIV en berekent de hoogte hiervan. De Belastingdienst krijgt deze informatie van UWV en maakt hiervan een beschikking op. Deze beschikking wordt vóór 1 augustus 2019 naar de werkgever gestuurd.
  4. De Belastingdienst betaalt uiterlijk op 12 september 2019 het jeugd-LIV uit.

Meer informatie
U kunt meer lezen over het Jeugd-LIV in:

Meer informatie over de diensten van Fiduro kunt u vinden op één van de volgende pagina’s: